Natuur
Georgie is nog geen twee keer zo groot als Nederland maar heeft veel te bieden: Zandstranden in Ureki, sommige van de hoogste toppen (meer dan 5.000 meter) van Europa in het Hoge Kaukasusgebergte, uitgestrekte bossen aan de voet daarvan, de groene vlakke velden in Mingrelie, het uitbundige Trialetigebergte in het midden van het land, kale bergen in het zuiden die overgaan in het Turkse Oost-Anatolische landschap, gematigde regenwouden in Adzjarie bij de Zwarte Zee en droge steppes in het oosten aan de grens met Azerbeidzjan. 's Zomers kan er gezwommen worden in de zee bij Batoemi of Koboeleti en 's winters geskied bij Goedaoeri en Bakoeriani.
De verschillende landschappen leveren een ongewoon gevarieerde flora op. Het land telt ca. 5000 verschillende soorten planten en bloemen. Hiervan zijn ca. 380 soorten inheems. Ook komen er ca. 8000 soorten paddestoelen, varens en mossen voor. Meer dan eenderde van het land is bedekt met bossen en kreupelhout en de vegetatie varieert sterk van oost naar west. In West-Georgië vinden we een subtropische vegetatie.
Ondanks de relatief kleine afmetingen van Georgië, is het klimaat divers. Klimatologisch gezien kan het land worden verdeeld in een westelijk en een oostelijk deel. Het Kaukasusgebergte tempert het klimaat in Georgië en beschermt het land tegen koude luchtmassa's uit het noorden. Ook droge, hete lucht uit het zuiden wordt hierdoor deels geblokkeerd. Aan de Zwarte Zee heerst het hele jaar door een subtropisch klimaat. In het oosten van Georgië overheerst een continentaal klimaat met hete zomers en koude winters. Rond Tbilisi wordt het in de zomermaanden behoorlijk warm. Terwijl op de hoogste bergtoppen het hele jaar sneeuw ligt. De meeste regen valt in het westen, aan de Zwarte zee.